Miezerig vermaak

Afgelopen woensdag besloten we naar Doesburg te gaan. Een klein museum had een tentoonstelling ingericht over Japanse schilder- en tekenkunst. Mijn gade is daar dol op en ik kan het ook prima waarderen. De extra reden om naar het stadje af te reizen, was dat er nog drie werken van Jan Mankes zouden hangen. Tja, die moesten we zien natuurlijk.
Het was ideaal klotenweer om op pad te gaan. Serieus. Beter kan niet. Beetje miezer, beetje plens. Pak een bus een trein en weer een bus en je bent met wat sightseeing zo in Doesburg. Leuk tochtje. En voordelig. Ik met mijn Dal Vrij abonnement en vriendin met de door mijn ouders en hun gemobiliseerde vrienden en kennissen enthousiast gespaarde NS-enveloppen met meereiskaartjes. Toch boffen.

Doesburg was zoals ik het me had voorgesteld. Lief. Schattig. Slaperig. Althans, dat laatste viel tegen. Het blijkt aardig wat ouder wordend gespuis op e-bikes te trekken. Veel Nordicfetisjisten ook. Gelukkig ook gewoon hier en daar een verveeld vakantiegezin gelardeerd met een bedrijfsuitje naar het altijd spectaculaire mosterdmuseum. Pas op voor gassen.
Het miezerde gestaag door, wat mijn bui alleen maar ten goede kwam. We liepen met een rechtstreekse omweg op ons doel af. Zoals dat bij ons gaat: Selma ziet een boekhandel en moet daar eerst – oh beroepsdeformatie – naar binnen. Ik zucht even voor de vorm en loop achter haar aan de winkel in.

Na een half uurtje vervolgen we onze Google Maps guided weg. Niet helemaal waar. Ik doe namelijk of ik precies – zo uit het blote hoofd –  weet waar we heen moeten, vrouwlief kent mij inmiddels en houdt stug vol met haar smartphoney in de hand. Ondertussen vuurt ze strikvragen op me af: “Heb je echt thuis al op de kaart gekeken? Weet je zeker dat we die kant op moeten en hoe weet je dat dan zo zeker als je dus toch niet eens op de kaart hebt gekeken? Zie je wel, we lopen precies de verkeerde kant op.” Ik probeer me eruit te lullen door uit te wijden over hoe alles hier uiteindelijk in een bocht en dus rond loopt, dat we er altijd komen – linksom of rechtsom. Ze laat me praten en ik loop achter haar aan.

Zo komen we lekker opgewarmd bij het Lalique-museum. Allerschattigst ook. Zo’n eeuwenoud huis. Op zich al mooi om van binnen te bekijken. Met van die kruipdoor-sluipdoorgangetjes en -deuren. Prachtig. De ontvangst is fantastisch. a1d9c80129be1f38741f55c5bd6b1191_mediumTwee dames op leeftijd inclusief stevige laag make-up die eerder deze ochtend al ruim van de alcoholische versnaperingen hebben geproefd, walmen ons toe. Het valt dan ook niet mee voor ze om onze museumjaarkaarten met zo’n onhandig apparaat te scannen. Dat doen ze dan ook maar samen. Eentje vertelt ondertussen met een iets te luide stem over wat er allemaal te zien is. Inclusief joviale – lees: ongecontroleerde – armgebaren. De ander lacht vooral vriendelijk en breeduit. Ze doen me nog het meest denken aan de twee zussen van Van Kooten en De Bie.

Jan Mankes vinden we al snel. Gelukkig. Helaas slechts twee werkjes, maar oké, missie geslaagd. De Japanse tentoonstelling is een beetje mager, maar geeft voldoende inspiratie. En het werk van Rene Lalique is best mooi. Maar niet echt ons ding. Smaken verschillen gelukkig. Al met al een goed uur zoet geweest. Dat is lang zat. Voor mij zeker.
Om onszelf te belonen voor onze inzet, drinken we op de hoek koffie bij de oudste horecagelegenheid van Nederland. Jazeker. Gelukkig was de koffie wel vers. Leuke tent. De Waag. Dus mocht je er ooit in de buurt zijn, go for it.

Met de bus weer teug naar Arnhem, waar we opnieuw in een boekhandel terechtkomen. Eentje met een erg mooie etalage. Is mijn deerne ook dol op, want zij ontwerpt en richt zelf ook de etalage van ‘haar’ boekhandel in. We praten er wat met de medewerkers. Aardige lui. Na zeker een uur rondsluipen is het de hoogste tijd om de inwendige mens te voorzien van wat vulling. Dat lukt na wat zoeken uiteindelijk ook prima bij een goedlachse Indonesiër. Man, die kerel vindt oprecht alles leuk. Schatert het uit. Het werkt, want het is er druk. En dat op woensdagavond in het uitgestorven centrum (na 18.00 uur – het sluitingstijdsyndroom). Terecht hoor, het eten is bijzonder lekker en de sfeer opperbest. Mede dankzij de vrolijke bediening. Ook nog eens spekkoek van de zaak toe. Wat wil je nog meer? We beloven de man dat we zeker terugkomen als we weer eens in Arnhem zijn.

Op de weg terug van Arnhem naar Amsterdam zeggen we geen pap meer. Niet dat we dat ooit zeggen. Alleen mijn dochter zegt het weleens tegen mij. Maar dat is toch anders.
Goed, voordat het verhaal nog oeverlozer wordt: een miezerige woensdag waar ik vrolijk van werd.

13 gedachten over “Miezerig vermaak

  1. Wat een leuk verhaal, ik heb het gelezen met een glimlach of komt het toch door die indonesiër…ha ha nee hoor, het geheel is een mooie ,ondanks de miezerregen een leutig verslag

Reacties zijn gesloten.