Roffeltje

Menig trouwe bezoeker weet dat ik zo mijn rare lijstjes bijhoud. Gisteren kwam hier nog de Verspreekwoordenlijst voorbij die ik met enige (on)regelmaat en met een stevige glimlach van een update voorzie, maar ook de Woordentriplexus is zo’n lijst met onschuldig taalvermaak.

Nu is er nóg een lijst die ik tot op de dag van vandaag minutieus bijhoud, maar waar nog nauwelijks wat aan wordt toegevoegd. Met een goede reden, want het is een lijst met woorden die gelinkt is aan mijn lieve dochter. Ze is alweer ruim elfeneenhalf en zoals je kunt verwachten gaan die gastjes als ze ouder worden steeds beter praten. Maar, oh klein geluk, van de week fluisterde ze me uit zichzelf een curieuze aanvulling in: roffeltjes.
Nee, geen roffeltje zoals Matthijs van Nieuwkerk elke werkdag aan het einde van zijn programma op de DWDD-tafel laat horen, of een ander trommelgerelateerde uiting. Verre van. Mijn schat noemt de slijtage van een hoeslaken – die kleine ronde bolletjes stof – roffeltjes. En terwijl ik dit typ merk ik dat deze woordvinding binnen een week ook bij mij al flink is ingeburgerd. Daarom pleit ik hierbij voor roffeltjes als officieel erkend woord voor stofbolletjes-als-gevolg-van-slijtage-van-een-hoeslaken.